Op raketten door de Jura

2021
2
Walked Path


Op raketten door de Jura

aanbevolen tochten en gebieden
 

Niseko, Furano en Asahidake: Skigebieden met veel freeridemogelijkheden en gecontroleerd backcountryterrein.

Ideaal bij slechte zichtbaarheid. Asahidake is ‘the place to be’ en ontvangt door zijn meest noordelijke ligging nog meer sneeuw dan de andere gebieden.

Mount (Mt.) Iwaonupuri (1116 m)

Ligt aan de achterzijde van het skigebied Niseko en is bereikbaar via de ‘Niseko backcountry gates’, of langs de weg vanuit Goshiki Onsen. Dit is een mooie vallei waar je enkele korte toerskibeklimmingen kan combineren op een dag en tussendoor even kan opwarmen in Goshiki Onsen. Ideaal als start van de trip.

Mt. Yoischi (1488 m) De oostflank van Yoischi Dake is een zeer mooi gebied en is bereikbaar na een uurtje stappen van de hoogste skilift van het skigebied Kiroro. In dit gebied ben je verplicht om je routes op een topokaart te tekenen, die te registreren en te bespreken met een deskundige van het skigebied. Vreemd was het om ginder een Belg tegen te komen die in een kraampje van de skihal Luikse wafels verkocht.
 


 

Mt. Shirubetsu (1107 m) Het alleenstaand mini-toerskivulkaantje vlakbij het skigebied Rusutsu heeft zeer mooie afdalingen met een mooie continue hellingsgraad van 35° à 40°. Bovendien staan bomen er op ideale afstand van mekaar om tussendoor te skiën. In het skigebouw van Rusutsu hebben de Japanners een levensgroot middeleeuws Europees stadje volledig nagebouwd. Dit is er zo ‘over’ waardoor het terug mooi wordt.

Mt. Yotei (1898 m) Dit is de mooiste conusvormige vulkaan van Hokkaido waarbij je tot in de krater kan skiën. Spijtig genoeg was de top zowel bij onze beklimming als bij onze afdaling in de mist. Doordat deze vulkaan wat hoger is en niet omringd is door andere bergen, was het op de top ook nog aan het stormen.

Mt. Fupushi (1102 m) en Mt. Eniwa (1320 m)

Deze actieve vulkanen, met geisers in de ongerepte natuur, worden omringd door een mooi kratermeer. Hier had een machete niet misstaan om je een weg te banen doorheen de bamboe. Niet de beste sneeuw hier, maar het was wel een mooi avontuur daar.

Mt. Asahidake (2290 m)

Een zeer mooie dagtocht vanuit de hoogste lift van Asahidake, waarbij je langs indrukwekkende geisers skiet. Dit is tevens de hoogste berg van Hokkaido.

Mt. Furano (1730 m)

Waarschijnlijk het gebied met de meeste toerskimogelijkheden, vanuit Ryounkaku Onsen in het natuurpark Tokachidake. Voor wie ‘m weet te vinden ligt er in de buurt een prachtige wilde onsen verscholen in het bos!

Mt. Chitokaniushi (1445 m)

ZW-couloir vanop Kitami Pass (80 km ten oosten van Asahikawa). Zeer mooie locatie ‘in the middle of nowhere’.
 

Tokyo

Als afsluiter van je trip mag je zeker een bezoek aan Tokyo niet missen. Van zodra je op de luchthaven aankomt wijzen sprekende robots je de weg en word je zelfs gecontroleerd en gescand door een rondrijdende ‘politierobot’.

Bij een stadsbezoek mogen zeker de Sky Tree, Akihabara (het gaming-district), Shibuya (het shoppingdictrict) en Ryogoku (het sumo-district) niet ontbreken. Hier kom je de laatste nieuwe technologische snufjes tegen, en maak je kennis met de overijverige Japanners die dag en nacht ten dienste staan van hun job en hun werkgever.

Tip: beste periode om te skiën: half januari tot half februari.

Pag 46 boven: Tokachidake Pag 46 onder: Tokachidake Pag 47 boven: Shirubetsu Pag 47 onder: Tokachidake Pag 48 boven: Iwanoupuri Pag 48 midden: Shirubetsu Pag 48 onder: Shirubetsu Pag 49 boven: Tokyo Pag 49 midden: Furano Pag 49 onder: Furano

Het moet blijven hangen zijn uit mijn Suske & Wiskeperiode in de jaren tachtig. In ‘De lachende wolf’ trekken de striphelden naar Alaska om er een of andere slechterik te ontmaskeren. Vriend en vijand struint op overmaatse tennisraketten door het witte landschap. Pas in 2017 zet ik zelf mijn eerste stappen op sneeuwschoenen, iets dichter bij huis en met iets moderner schoeisel: een begeleide 6-daagse sneeuwschoentocht in de Chartreuse. En zo ontdek ik eindelijk het genot van winters wandelen in een verstilde omgeving, ver weg van de skipistes.

Na een handvol winterdagtochten in de Vogezen waag ik me dit jaar aan een doorgaande trekking met 3 op sneeuw beluste vriendinnen. Met een vergrootglas speuren we op de kaart van West-Europa naar de dichtstbijzijnde vlek sneeuw in deze warme, droge winter. Eind februari begeven we ons op weg voor de Grande Traversée du Jura à Raquettes, kortweg GTJ.

 

Op zoek naar sneeuw

Transferdienst Roule ma Poule brengt ons tegen zonsondergang van Giron naar La Cure. Tegen het prachtige rozerood van de lucht steekt het hoogplateau echter niet wit af, maar vooral geelgroen en bruin. ‘Gaan die raketten heel de tocht op onze rugzak hangen?’, zinkt de moed ons in de (sneeuw)schoenen. Toch spotten we hier en daar wat wit. We bestuderen de kaart dus grondig om de hoogst mogelijke route uit te stippelen, met meest kans op een laagje sneeuw.

Vanuit onze B&B net over de Frans-Zwitserse grens stijgen we de volgende ochtend via de onbesneeuwde GR9 recht naar het Belvédère Des Dappes, dat pal onder een skilift ligt op zo’n 1400 meter. En jawel, er wordt geskied! Geleidelijk aan wordt het bospad wit en knisperig. Sneeuwschoenen aan, dus! Met mijn TSL-model is dat ‘klik en klaar’. Maar voor Kris en Wies, die elk een paar huurden, is het friemelen met riempjes. Niet de beste merchandise, want hun raketten zijn eerder geschikt voor D-schoenen, die we niet nodig hebben in dit terrein. Wies kreeg zelfs 2 rechterexemplaren mee. De sluiting zit daardoor aan de binnenkant van haar voet en dus flink in de weg. Zevenmijlslaarzen

De GR slingert door het bos. De rood-witte streepjes zijn makkelijk te volgen. Heerlijk, met die zevenmijlslaarzen aan! Aan Les Tuffes, een ouderwets houten chalet, verschijnen de eerste fluogele paaltjes van de GTJ. Toch blijft het goed opletten in zo’n ondergesneeuwd bos, waar alle paadjes begraven liggen onder een witte deken. Het ploegen voelt al gauw vertrouwd aan. Tussen de bomen door blikken we op de blanke top van La Dôle aan de overkant van het dal, 1600m hoog.

Op onze route blijft het spannend, want geregeld steekt de bosgrond de kop op door het witte laagje. Als op kousenvoeten passeren we de bruine eilandjes naar de volgende laag stuifsneeuw. Ondertussen gaan de jassen uit, verdwijnen de mutsen in de rugzak, en de raketten helaas ook een paar keer. Ter hoogte van Combe à la Chevre komen we in een langgerekte vallei tussen de bossen.

Het is hier volop genieten van de zon. Een kilometerslange glinsterende strook wacht om overschreden te worden, slechts hier en daar onderbroken door een schuur of boerderij met namen als Oudgriekse versvoeten: la Regarde, la Bolaise, la Canonnière, la Sermangindre. Je zou ervan gaan huppelen op die overzetters. En ook het landschap zelf brengt de poëet in ons naar boven. De eerste skipiste met dat effect moet ik nog tegenkomen (al moet ik eerlijkheidshalve toegeven dat ik niet kan skiën ;-) ).

Maar goed, het is niet al rozengeur en maneschijn, zo’n sneeuwschoentocht. Tegen het einde van dag 1, goed voor 18 kilometer en 500 hoogtemeters, voel ik een pijnlijke bult onder mijn voet. Een kanjer van een blaar, blijkt als we onze kamer in de gîte van Le Manon innemen. An ontpopt zich tot de verpleegster van het kwartet. Behalve naald en Compeed bevat haar EHBO-kit ook een wondermiddel dat wandelwol heet. Verbaasd vernemen we de heilzame effecten van dit natuurproduct tijdens een hilarische voorleessessie van de handleiding. ‘Het materiaal is zacht, bevat lanoline en geeft u het gevoel te lopen op wolken’, doet ze ons wegdromen. ‘Ter voorkoming van traumanagels bij het sporten of bij langeafstandswandelingen. Velen gingen u al voor!’, predikt het tekstje. Maar het blijkt te kloppen, merk ik de volgende dag: een propje wol onder de gevoelige plek en het euvel is verholpen.

Sneeuwtrippen

En we zijn vertrokken, richting Bellecombe, raketten op de rugzak. Zachtjes stijgend pletten we het gras onder het dunne laagje wit poeder, op zoek naar de sneeuwgrens. Een breed bospad brengt ons bovenop een heuvelrug. Halsreikend kijken we of het hier de moeite loont om de sneeuwschoenen aan te trekken. We besluiten van wel. Verkeerde gok: 100 meter verder is alles gesmolten. In de felle ochtendzon ligt aan de overkant van het dal een parallelle ‘crête’ stralend wit te blinken – dààr zouden we dus moeten zijn. Tegen lunchtijd, na de oversteek van de vallei, is het zover: een slagroomwitte picknick op een open plek in het bos brengt ons helemaal in winterstemming. Zo hadden we het ons voorgesteld! De volgende kilometers wanen we ons (bijna) in Lapland, dwars door de dennenbossen, langs stapels omgehakte stammen, en geen mens te bekennen, zalig.

We rekken het sneeuwtrippen zo lang mogelijk, negeren de afslag naar beneden en blijven boven op de helling tot we de ganzen van La Guienette horen gakken. Betere waakhonden zijn er niet, wordt gezegd. Nog meer pluimvee wacht ons op: 2 uit de kluiten gewassen kalkoenen bewaken het erf, waar we eerst de ledematen stretchen en dan een welverdiende après-raquettes bestellen.

De 4-persoonsyourte die we gereserveerd hebben, is al lekker op temperatuur. De houtkachel moeten we zelf aan de praat houden. Maar het diner is zo gezellig, de douches zo deugddoend, de gezelschapsspelletjes zo uitzinnig, dat de tijd vliegt. De kachel is dan ook zo dood als een pier als we in ons exotisch onderkomen terugkeren. Opnieuw is het An die zich opwerpt als de probleemoplosser.

Wies en Kris moedigen haar aan, languit op hun prinsheerlijke bed. An stookt de stoof op, en ik neem de eerste wacht op mij: één blok erop, twee blokken erop, drie blokken erop … Zzzz … ’t Is eens iets anders dan schaapjes tellen.

Op het afgesproken uur staan An en ik klaar voor de deur van La Guienette, gepakt en gezakt, kappen dichtgesnoerd, wandelstokken in de gehandschoende hand. Er staat een snijdende wind, de temperatuur heeft een duik genomen. De hemel is loodgrijs. Wachtend op de achterhoede staan we al snel te verkleumen. Maar even snel zijn we weer warm na onze eerste bergop van de dag. Sneeuwschoenen aan, klik en klaar.

Terwijl het onderbindmanoeuvre met de minder gunstige raketmodellen nog aan de gang is, beginnen er vlokken uit de lucht te vallen. Eerst zachtjes, dan harder en harder. Het stappen krijgt een heel ander karakter. Meer regelmaat, minder gelach, meer concentratie. Trekken we in het bos eerst nog moddervoetsporen, al gauw sloffen we door een stevig sneeuwtapijt. Vandaag geen zonnige picknick. De regenbroeken worden zelfs aangetrokken. Door een gordijn van sneeuw zetten we door, de wimpers af en toe wissend om te checken of we nog met 4 zijn. Onder de bomen komen we even op adem en sippen we wat thee uit de thermos. We sporen om de beurt. Binnen de 2 uur zijn we nat genoeg om druipend te gaan schuilen in refuge Le Berbois in La Pesse. Helaas krijgen we niet meteen een warm onthaal. De kachel brandt niet en in het drooghok mag de blazer niet aan, deelt de zoon des huizes ons kleintjes mee. Mogen onze doorweekte handschoenen dan in de droogmachine? Het is niet met plezier dat de waardin dat verzoek uitvoert, hoewel we hier dikke sneden toast gratin en soep bestellen.

Nee, geef ons dan maar de aankomst in gîte les Tavaillons diezelfde avond, waar we even druipend als ’s middags binnen stommelen. Al in de vestibule waait een warme wafelgeur ons tegemoet. Alsof de grot van Ali Baba opengaat, zo voelen we ons na een sombergrijze dag in het verlaten bos, nat en uitgedaagd, maar 100% tevreden. En des te meer beloond met een proper bed en een warme douche bij deze hartelijke gastvrouw. We nemen de tijd voor een chillmomentje, een gezelschapsspel, en een strijdplan voor de volgende dag, want er wordt een sneeuwstorm voorspeld. Op de kaart zoeken we de escaperoutes in ons traject, waar we bijvoorbeeld een taxi zouden kunnen nemen of in toegankelijker terrein kunnen geraken. Een kapelletje op een V-splitsing wordt ons point of no return: als we daar voorbij gaan, moeten we zelfstandig de finish halen.

 

Het heeft heel de nacht gesneeuwd. Op de hoofdweg is de sneeuwruimer al gepasseerd, en dus vertrekken we zonder sneeuwschoenen onder. Maar al gauw gaat een van ons onderuit, en ook een volgende maakt een serieuze slip. De sneeuwschoenen hebben ook studs, probleem opgelost. We staan maar deels onbeschut als we die aandoen, en plots krijgt een hevige windvlaag ons te pakken. De wenkbrauwen gaan mee de hoogte in: hmm, is dit wel een goed idee? Maar we komen weldra in het bos en verwachten daar minder wind. Het kapelletje passeren is een spannend moment, maar we zetten door, en krijgen daar geen spijt van. De rest van de dag vertoeven we in een witte wereld waar de sneeuwstorm niet doordringt. We ploffen urenlang verder op onherkenbare wegen die in de zomer druk bereden zijn. Volk zien we nauwelijks, op een sneeuwscooter na die de langlaufpistes prepareert. Zijn we daar nu zo van onder de indruk, of is onze aandacht wat verslapt, in ieder geval merken we tijdens de lunch dat we serieus van de GTJ afgeweken zijn. Een dikke 1,5 km extra, dat staat garant voor nog wat overtollige calorieën kwijtraken, zo moet je maar denken. Ons humeur is alvast niet kapot te krijgen, want dit is waar we voor gekomen zijn: sneeuw, actie, buitenlucht en witte bossen. En zo stormen we ten slotte de laatste helling af naar Giron, dat vredig op ons ligt te wachten. Yihaa!

 

PRAKTISCH - La Cure – Giron

• Alles over de Grande Traversée du Jura: www.gtj.asso.fr/ itineraires-et-activites/gtj-a-raquette.
De route is zeer geschikt voor beginnende sneeuwschoenwandelaars: geen lawinegevaar, goed aangeduide route (gele paaltjes), geen al te lange afstanden of grote hoogteverschillen, en niet al te ver van de bewoonde wereld. Handig: de site geeft ook ‘info neige’, zodat je het stuk met de meeste sneeuw kan kiezen voor je traject.

• Toch best je navigatieskills meepakken, net als stafkaarten (IGN 3327ET Morez-les Rousses en 3328 OT Crêt de la Neige) en/of apps (zoals Outdoor Active).

• Voor het onderhouden van de route vraagt men een bijdrage (redevance), maar we zagen maar 1 ‘loket’ op onze route en dat was gesloten.

• Voor een sneeuwschoentocht plan je best iets minder kilometers dan voor een gewone wandeling. Je hebt meer gewicht aan je voeten en je krijgt het er flink warm van. Bovendien wordt het vroeg donker (eind februari). Wij deden op 4 dagen ongeveer 51 km in totaal, en 200 tot 500 stijgende hoogtemeters per dag.

• In de Jura zijn er (betaalbare) overnachtingsmogelijkheden te over: gîtes, refuges, chambres d’hôtes, … Dichtst bij de skipistes = snelst volzet.

• Wij kozen voor een traject van La Cure tot Giron in 4 etappes, met overnachting in Le Manon (gîte Nature à Trés-les-Crêts), Bellecombe (Auberge La Guienette) en La Pesse (gîte Les Tavaillons). Allemaal aanraders.

• Verschillende transferdiensten brengen jou en/of je bagage van A (bv. je auto) naar B (bv. je begin- of eindpunt) als je niet in een lus wandelt. Goede ervaringen met Roule Ma Poule.
www. agence-roulemapoule.fr/transport-navettes.

• We reden met de auto naar Giron en parkeerden daar voor Le Relais Nordique, waar je kan eten en slapen, maar ook raketten kan huren.

• Kies alleszins voor makkelijk aan- en uittrekbare sneeuwschoenen. Grote hoogtes moet je hier niet overbruggen, dus je hebt niet per se een stijghulp nodig (extra klep onderaan de sneeuwschoen). Wel stokken!

• Nieuwsgierig naar wandelwol? www.wandelwol.nl

Dit artikel verscheen eerder in Reiskrant nr. 217 december 2020

 

Meer bergsport-nieuws lezen? Vind de volledige tweede editie van Monte online!