Te Araroa - a walk down memory lane
Is het nog relevant om negen jaar na datum een artikel te schrijven over deze tocht? Ja, want bijna maandelijks droom ik er ’s nachts nog van. Het gevoel weer te kunnen vertrekken op avontuur, met alleen een rugzak, de schoenen en de kleren die je aanhebt… Op mijn 23ste had ik de Haute Route des Pyrénées gestapt, op mijn 25ste de Via Alpina en op mijn 27ste was ik met een tandem naar Meteora in Griekenland gefietst, telkens met mijn toenmalige vriendin. Nu was ik 29 en was ik voor het eerst van plan om zo’n grote tocht in mijn eentje aan te vatten. Het ging op dat moment iets minder goed met mij en deze tocht leek mij letterlijk en figuurlijk een goede ontsnapping. Geen job, geen huis, geen vaste relatie, geen verplichtingen. Vrijheid dus, met een grote V. En ook al was dit alles een goed excuus om er weer maar eens op uit te trekken, ik kwam er toch achter dat de antwoorden die ik zocht, niet per se te vinden waren aan de andere kant van de wereld. Ze zaten reeds in mijn eigen hoofd, in mijn eigen hart.
Een hele dag buiten zijn, alle zintuigen op scherp.
Toen mensen mij weer maar eens vroegen waarom ik dat zo graag deed, was mijn antwoord meestal: ‘Omdat ik het fijn vind om een hele dag buiten te zijn.’ Weer of geen weer, dag of nacht. Het is misschien een cliché, maar het merendeel van de moderne mens, inclusief mezelf, heeft zowat alle voeling met de natuur verloren. We keren er graag naar terug, willen het zelfs bijbrengen aan onze kinderen, omdat we voelen dat de natuur belangrijk is, maar missen vaak de essentie ervan. Is het omdat we schrik hebben om het koud te hebben? Te warm? Honger? Vermoeidheid? Na een drietal maanden stappen door de Nieuw-Zeelandse natuur, herinner ik mij nog het moment dat ik rook dat ik aan een water kwam, nog voor ik nog maar hoorde of zag dat hier een klein riviertje stroomde. Als je maar lang genoeg in de natuur bent, zetten je zintuigen zich terug op scherp.
Zitten, zijn en zen.
Een ander antwoord dat ik vaak gaf, ook aan mezelf, is de ongelooflijke vrijheid die ik ervaar tijdens zo’n tochten. Het leven wordt plots zo ongelooflijk simpel. Eten, drinken en een dak boven mijn hoofd. Opstaan, eten, wandelen, eten, wandelen, eten, rusten, slapen... En dit elke dag opnieuw. Ik ben en was me er goed van bewust dat dit voor een heel groot deel van de wereldbevolking eerder noodzaak is, maar voor mij was het absolute luxe. Die eenvoud is zo ongelooflijk verrijkend en verhelderend. Ik prijs mijzelf gelukkig dat smartphones toen nog niet echt opmars hadden gemaakt. Ook al had ik een GSM bij, net zo vaak had die geen ontvangst. Ook muziek had ik niet meegenomen. Af en toe nam ik een gevonden boek mee uit een bivakhut om die dan enkele hutten verder weer in te ruilen voor een ander. Gewoon in de natuur zitten. Gewoon zijn, zonder meer, da’s pas zen.
Wie goed doet, goed ontmoet.
Een ander voordeel dat ik had, was dat dit traject, toen ik het liep in de overgang van 2012 naar 2013, eigenlijk nog niet helemaal af was en nog nauwelijks bekend. Vandaag zul je elk dagtraject waarschijnlijk met een tiental anderen stappen en ook ik kwam onderweg mensen tegen, maar vaak zat ik met niet meer dan een of twee anderen in een hut. De eerste dag kwam ik zo al Philipp tegen, een boomlange Duitser. Zelf ben ik 1m94 en hij deed er gemakkelijk nog eens 5 centimeter bij. Dat moet nogal een zicht geweest zijn. Kwaad was ik, die eerste avond, toen ik hem zag zitten aan het strand. Ik wou deze tocht immers solo ondernemen… Maar hoe blij was ik toen ik niet veel later zijn vuurtje mocht lenen, nadat het mijne al op dag 1 kapot bleek te zijn. Nog blijer was ik, toen we een tiental dagen later hopeloos verdwaalden in een stukje subtropisch regenwoud. Tip voor de wandelaar: in Nieuw-Zeeland worden wandelroutes met oranje driehoekjes aangeduid, álle andere kleuren van driehoekjes zijn geen officieel wandelpad, maar trails aangelegd door wetenschappers of jagers… We zijn er uiteindelijk uit geraakt doordat we plots een hut vonden, die weliswaar dicht was, maar waar we, door door het raam naar binnen te kijken, net een telefoonnummer konden lezen. De man die we belden was zeer verbaasd dat we ons daar bevonden, maar gaf ons aanwijzingen, waarmee we ons de dag nadien een weg uit het bos wisten te banen.
En dat ze vriendelijk zijn, die Nieuw-Zeelanders. Een soort reisgids bestond er nog niet en dus printte ik om de zoveel tijd in een internetcafé wat vage kaartjes en wegbeschrijvingen af. Bij aankomst in Whangarei vertelde deze tekst ons dat we ‘een vriendelijke bootsman moesten vinden die ons over wou zetten’. Zo gezegd zo gedaan. En dus belden Philipp en ik bij het eerste het beste huis aan, waar een knappe jongedame opendeed, die evenwel direct haar vader riep. Een uur later had ik mijn tweede ontbijt van de dag binnen, zaten mijn kleren in de was en was ik een warme douche aan het nemen. Om enkele uren later alsnog overgezet te worden met een zak vol verse schelpen die ze ondertussen ook nog eens gaan vissen waren.
Nog maar enkele dagen daarvoor was er een auto gestopt toen we in de bergen naast een grindweg onze tentjes aan het opzetten waren. Of we niet liever in hun tuin wilden kamperen een vijftal kilometer verder. Hij en zijn vrouw wilden zelfs eten voor ons voorzien. Na een heerlijke maaltijd en vele verhalen aan het kampvuur stelden ze ons ’s avonds nog voor of we geen bad wilden nemen. Elk apart uiteraard. Ik verloor wel met schaar-steen-papier en dus kon ik pas als tweede in bad. Maar geen gewoon bad. Een gietijzeren badkuip werd hier gevuld met koud water uit de beek, waarna het kampvuur onder de kuip werd geplaatst. Zodoende lag ik weliswaar te weken in Philipps vuil water, maar toen ik erin kroop was iedereen gaan slapen. Hier lag ik dan, in een bad met warm water, temidden van de natuur, bovenop een heuvel met nergens iets van lichtvervuiling rondom mij. Boven mij alle sterren van het zuidelijk halfrond en naast mij in de struiken het geluid van de Kiwi-vogels. Ik voelde mij de koning te rijk.
Kerst op de berg
Een ander memorabel moment was Kerstmis. Na bijna twee maanden stappen was ik al wel wat mensen tegengekomen waar ik goed mee overeenkwam. Het idee speelde al even door mijn hoofd, maar ik wilde graag Kerstmis vieren met andere mensen. Van het een kwam het ander. Bjorn, een van mijn beste vrienden, was overgekomen uit België, Philipp kende ik al, Robert en Holly was ik ook al enkele keren tegengekomen en nu kwamen daar ook nog Nick en Alex bij. Iedereen zorgde voor iets van eten en drinken en we vonden een hut in de bergen die we bereikten na anderhalf uur stappen van de verste plek waar een taxi ons kon brengen.
"En de avond wás memorabel. Misschien wel mijn mooiste kerst ooit. Een onverwachts samenzijn met vreemden die vrienden werden..."
Onze rugzakken wogen weer maar eens loodzwaar. Champagne, bier, wijn en belachelijk veel eten. Robert en Holly hadden de dag voordien zelfs een appartementje gehuurd speciaal omdat er een oven in stond. Die liepen hier rond met een grote plastic zak met daarin een gebraden kalkoen! En de avond wás memorabel. Misschien wel mijn mooiste kerst ooit. Een onverwachts samenzijn met vreemden die vrienden werden. Eten, drinken, lachen, genieten van het jong zijn en van het leven tout court. We hadden de hut voor ons alleen en sleurden matrassen naar buiten om de dag nadien uit te kateren in de zon. Bjorn en ik vonden in de buurt zelfs een rivier met een waterpoel en een natuurlijke glijbaan. Gun jezelf tijdens zo’n langere wandeltochten regelmatig rustmomenten.
Noord versus zuid
Veel wandelaars voelen zich geroepen om enkel het zuidereiland te stappen, daar bevinden zich immers de bergen, maar hoe mooi en divers is het noordereiland! Nu nog moet ik elke keer dat ik op een strand kom, denken aan ‘90 mile beach’, het strand waar je de eerste vier dagen van deze tocht langs wandelt. Direct daarna moet je door de modderige en dichtbegroeide subtropische regenwouden stappen en krijg je enkele Kauri-bomen te zien, van de grootste die er op onze planeet te vinden zijn. Je wandelt langs tropische stranden met helder water. Eens was er een haai die samen met ons vorderde. Wij op het strand, hij in het water, bij elke golf, kregen we hem mooi te zien in profiel. Alweer een mooi cadeau van Moeder Natuur. Het noordereiland is ook veel vulkanischer en dat krijg je duidelijk te zien rond de Ruapehu en Ngaurahu. En dan is er nog de Whanganui, een prachtige en grote rivier die zich door een immens woud slingert. Ook de kanotocht van meerdere dagen is deel van het traject. En vlak voor je de bergen van het zuidereiland induikt, komen op het noordereiland nog de Tararua’s. Een ongelooflijk wilde en ongerepte bergketen waar je dagen aan je hut gekluisterd kan zitten omdat het er zo hard waait.
Het zuidereiland is ontegensprekelijk het eiland van de bergen. Of het zoveel mooier is dan andere gebergtes durf ik nog steeds niet te beweren, maar wat wel een feit is, is dat je de bergen hier vaak voor je alleen hebt. Bijna nergens zijn er in het binnenland wegen, dorpen of steden te bekennen. Overdag of ’s avonds, je kunt echt het gevoel hebben hier alleen te zijn. Net zoals ik de eerste maand met Philipp had afgelegd, hadden Nick en ik beslist om te proberen de resterende drie maanden samen door te brengen. Wat was ik blij dat hij er bij was die ene nacht in een hut waar we met zijn tweeën alleen zaten, toen er plots hard op de deur gestampt werd. Bonk, bonk, bonk, de deur bewoog zelfs… We hadden ze van binnen op slot gedaan en dus dacht ik dat er bij valavond nog een late wandelaar was toegekomen. Toen ik uit mijn slaapzak kroop om de deur open te doen, zag ik buiten… niemand… Ook toen ik buiten stapte, was er mijlen in de omtrek niks of niemand te zien. What the fuck?
Terug in mijn slaapzak dan maar en toch terug die deur goed op slot. Enkele minuten later: bang, bang, bang… Zowel het geluid op de deur als het gevoel dat we hadden… Ik was al eens geweest en vond dat het nu aan Nick was. Maar ook hij durfde niet meer. Wat was dit? Een lokale grappenmaker? Een geest? Doodstil lagen we in ons bed en fluisterden we elkaar toe. Na nog enkele luide knallen, waarbij de onderkant van de deur telkens naar binnen bewoog, hoorden we ook een luid geknor. Oef, het was waarschijnlijk een wild zwijn dat zich aan het krabben was. We zijn het niet meer gaan verifiëren, maar maakten het onszelf wijs en sliepen alsnog de slaap der rechtvaardigen.
Natuur, avontuur en vriendschap
Een ander memorabel moment was toen we met een groep vrienden als bij toeval weer waren samengekomen aan de oevers van Lake Pukaki. Azuurblauw water, dat weliswaar afkomstig was van nabijgelegen gletsjers en dus ook heel koud was, een oever waarop we gingen slapen zonder tentjes, maar gewoon onder de open hemel en aan de achterkant van het meer Mount Cook, de hoogste berg van het land. Alles kwam hier weer samen voor mij toen we aan het zwemmen waren in het meer. Natuur, Avontuur en Vriendschap.
To Thru-Hike or not to Thru-Hike
Als je langere tijd onderweg bent met iemand over zo’n traject, volgen er onvermijdelijk veel gesprekken. Eentje die steeds weer terugkwam was over wie de trail nu echt gewandeld heeft en wie niet. Als je op een traject van 3.000 kilometer bijvoorbeeld 300 kilometer niet gestapt hebt, heb je de trail dan vervolledigd? En wat als je 30 kilometer niet gedaan hebt? 3 kilometer? 3 meter? Het werd snel duidelijk dat veel, vooral Amerikaanse, thru-hikers vonden dat élke meter gestapt diende te worden. Als zij eens ergens moesten liften om aan eten te geraken in een dorp, lieten zij zich vaak op exact dezelfde plek terug afzetten om geen meter te missen. Nog vaker regelden ze al maanden op voorhand food-boxes, zelf klaargemaakte dozen vol eten die ze per post lieten afzetten aan een huis of B&B onderweg. Ik vond deze benadering voor mezelf echter veel te belemmerend. Je komt naar hier voor waarschijnlijk het grootste vrijheidsgevoel van je leven en dan ga je je direct zoveel beperkingen opleggen. Zo volgde er vlak voor kerst voor mezelf een onafgewerkt traject waarbij ik bijna 100 kilometer over of naast asfalt diende te stappen. En dat terwijl een van mijn beste vrienden hier ook was om mij en het land te bezoeken. Ik hield het welgeteld een halve dag vol, waarna ik mezelf op mijn hoofd sloeg en Bjorn tegemoet liftte. In tegenstelling tot het tellen van al je stappen, kun je zo’n traject beter als een rode draad door je leven beschouwen, als een traject waarrond je een deel van je leven kunt opbouwen. Leg het af hoe je zelf wilt, hoe je jezelf voelt. Het is jouw leven, niet dat van iemand anders.
Een langeafstandroute wandelen is veel meer dan het aantal kilometers dat je wel of niet gestapt hebt. Het is een aaneenschakeling van gevoelens en gebeurtenissen. Van mensen die je onderweg ontmoet, van je kwetsbaar openstellen en de dankbaarheid die je er in de plaats voor terugkrijgt. Het is iets dat ik iedereen toewens in zijn of haar leven. Ook al laat het je nadien nooit meer los en zul je er voor altijd van blijven dromen. Blijf verwonderd.