Van ezel tot paard
Ik heb thuis zelf al 29 jaar een muilezel. Bébèr Cocain Che King of love &rock-‘n-roll (dat is zijn naam) is een mooi geproportioneerde witte muilezel. Vroeger verhuurde ik hem al eens. Nu dient hij enkel nog om op eendaagse wandelingen mijn kleinkinderen te animeren...
Mensen vragen dikwijls: ‘Is dat nu een ezel of een pony?’ ‘Ah, neen, het is een muilezel, een kruising tussen een ezelmerrie en een paardenhengst.’ En dan zijn we vertrokken. ‘En hoe noem je dan de kruising tussen een paardenmerrie en een ezelhengst?’
‘Een muildier, voor het gemak zou men beter muilpaard zeggen, want het kind heet naar de moeder. Moeder ezel = muilezel/ moeder paard = muilpaard/muildier.’
Ezels en paarden zijn niet zeldzaam. Muilezels en muildieren wel. Waarom kruist men ezels met paarden of paarden met ezels? Om de twee goede eigenschappen van beide soorten in één dier te bekomen. Ezels zijn ongelooflijk taai. Ze komen als het moet toe met weinig eten en drinken. Paarden zijn sterk. En beide dieren zijn slim. Je laat ze niet zomaar om het even wat doen. Maar door oefening kan je heel ver komen, denk maar aan wat dressuurruiters met hun paard kunnen uitrichten.
Muilezels en muildieren erven meer van hun moeder (er is een maternale dominantie). Zo krijg je ezels die sterker zijn dan hun moeder en paarden die taaier zijn. Bij een wedstrijd van de oost- naar de westkust van Noord-Amerika waren de plaatsen één en twee ingenomen door muildieren. ‘A mule needs lots off work and less off grain’ was een uitdrukking die de kolonisten gebruikten bij hun lange reis naar het verre westen.
Om trektochten te maken gebruiken de meeste mensen ezels - die kunnen ook weer sterk verschillen in grootte en in sterkte. Op een Poitou-ezel met zijn sterke benen zal je meer bagage kwijt kunnen dan op een klein Egyptisch ezeltje. Vergeet daarbij niet dat die grote ezel ook veel meer eten nodig heeft dan die kleine. Maar je kan net zo goed een trektocht maken met een muilezel, paard of muildier. Paarden vragen het meest verzorging en kunnen in de bergen niet altijd zo goed uit de voeten als ezels, muilezels of muildieren.
Laat het me zo stellen: met kinderen wandelen in het gezelschap van één of meer ezels is gewoonweg altijd fijn. Zo een ezel geeft structuur aan je dag. Borstelen en verzorgen bij het opstaan, bijvoederen, regelmatig de hoeven controleren. Hij bepaalt het ritme. Bij een meerdaagse tocht kies je in functie van hem een overnachtingsplaats. Maar begin maar eerst eens met een eendaagse. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen en Wallonië kan je ezeltjes huren. Voor Frankrijk kan je het best contact opnemen met de FNAR. Hoe dan ook: de voordelen van het op stap gaan met een ezel wegen ruimschoots op tegen de nadelen. Je zal het zien, al heel snel ontstaat een speciale verstandhouding tussen mens en dier. Onderstaande brief kan het niet beter verwoorden (citaat uit De weg naar de Alpamayo - pag 79)
Schellebelle, 2/8/93
Beste Ignace en familie,
Hierbij ingesloten enkele foto’s van onze reis met Bébèr naar de Morvan. Grote fotoliefhebbers zijn we niet en we vergeten dan ook meestal om het fotoapparaat op het sublieme moment boven te halen. We hebben een prachtvakantie gehad (niettegenstaande het weer niet zo schitterend was). De streek is een echte aanrader. Geen spectaculaire vergezichten maar authentiek, afwisselend, met mooie wandelpaden.
En Bébèr, ja, ik ben zelf niet zo’n grote dierenvriend maar toch charmeerde hij me meer en meer. En naar Piet luisterde hij (+/-) perfect. Zo’n dier geeft “structuur” aan je reis. Zeker met grotere kinderen. Ieder had zijn taak (borstelen, hoeven kuisen, afladen…) Geen gezeur. Bébèr maakt de sfeer uit.
Hij was ook een ideaal gespreksonderwerp bij ons en de omgeving. Ik hoop dan ook dat hij nu al weer in blakende vorm verkeert, want hij was toch wel wat vermoeid na onze tiendaagse tocht. Vele vriendelijke groetjes.
En niet vergeten eens langs te komen in S. Hilde en Piet, Bart, Wouter, Balder en Paul.’