Yosemite voor mindere goden

2020
4
Yosemite voor mindere goden

Na een turbulent voorjaar bood er zich eind 2012 een kans aan om naar Yosemite te gaan. Niet dat ik noch mijn klimpartner Sara grote bigwall-ambities hadden. Daar was noch ons klimniveau noch onze materiaalkennis voldoende voor. Maar in een gebied dat zo groot was en waar zoveel bergtoppen en rotswanden lagen, moest er toch zeker ook iets voor ons kunnen liggen… toch?

We begonnen onze trip San Fransisco. Een stad die nog steeds de gevolgen droeg van de zware beurscrash van 2008 en waar er veel dakloze mensen letterlijk in hun auto waren beginnen leven. Misschien daarom dat we nergens een parkeerplaats vonden voor onze huurwagen? Na lang zoeken vonden we uiteindelijk een plekje waar we nét tussen konden. Als rasechte kosmopolieten konden we hier terecht bij Rosa, ‘een vriendin van een vriendin’. Dat scheelde alvast een hoop op de kosten en het is altijd fijn om je te kunnen laten rondleiden door een local. Zo ontbeten we met 'European Style Yoghurt'. Bij navraag leerden we dat dit yoghurt is afkomstig van koeien die geen antibiotica hadden gekregen, wat in de V.S. wel en in Europa niet mag... 

Bivakplaats met zicht op Half Dome - Foto © Arne Monstrey
Bivakplaats met zicht op Half Dome - Foto © Arne Monstrey

We huurden fietsen en verkenden deze schitterende stad op twee wielen. We reden op en af langs de iconische Golden Gate Bridge (waar er om de 100 meter bordjes hangen met de tekst 'jumping off the bridge is lethal and dramatic' met daarnaast het telefoonnummer van de suicide hotline), verkenden elk park en gingen zeeleeuwen spotten aan Pier 39. We bezochten een bio/eco groenten- en fruitmarkt en kwamen tot de conclusie dat de Californiërs in tegenstelling tot vele andere Amerikanen blijkbaar wel weten wat vers en gezond eten is. Ze weten ook duidelijk wat hip is, want 's avonds dronken we er bier uit confituurglazen. We reizen om te leren.

Iets wat we de andere dag helaas ook leerden, was dat de politie onze huurauto had laten wegslepen... Na enkele telefoontjes kwamen we te weten waar we hem konden gaan oppikken en dat we zomaar even 500 dollar voor de sleepkosten mochten neerleggen. Plus nog eens 100 dollar boete. Lap, daar ging ons reisbudget voor de rest van de komende drie weken. Even werd nog overwogen om er ons wenend uit te proberen praten of ons voor te doen als domme Europeanen, maar al onze aangebrachte trucjes kenden ze al en dus zat er niets anders op dan mijn creditcard boven te halen en afscheid te nemen van mijn geld.
Tegen de avond waren de zorgen gelukkig weggespoeld. Daar was wel een kratje rode wijn en het geluid van de Pacifische Oceaan op deze heerlijke afgelegen kampeerplaats in Big Sur voor nodig. 

Parken

Je kunt als klimmer natuurlijk alleen naar hier komen om te klimmen, maar dan mis je toch heel wat. Buiten enkele bruisende steden is er ook nog heel wat natuurpracht te bewonderen. Het ene na het andere Nationaal Park biedt zich hier voor je aan. Zo reden we na Big Sur door naar Sequoia National Park. Het late avondlicht tussen de bomen, deze mastodonten die hier al eeuwen staan en al eeuwen traag maar gestaag richting de hemel reiken, mooie muziek in onze auto maakten ons zelfs wat emotioneel. We stapten uit, draaiden de muziekknop vollen bak open en begonnen als een bende hippies te dansen tussen deze machtige bomen. Om daarna terug tot de realiteit te keren en in alle stilte een wandelingetje te maken. Zo kwamen we uit bij een boom van 85 meter hoog en een diameter van 7,5 meter... Om echt stil van te worden... En het rare aan deze Sequoia's is dat ze tegelijkertijd zo sterk kunnen zijn en toch zo'n zachte bast hebben. Zou dat het succes zijn voor een duurzaam Leven?

Nog een verschil tussen de V.S. en Europa is dat ze bij ons vaak proberen om zo veel mogelijk volk op een camping te proppen. Waar ze bij ons 200 man op een camping weten te plaatsen, zetten ze er hier slechts 20. Niet alleen hebben ze hier de ruimte, ze geven je die ook graag. ‘Land of the Free’, weet je wel. Daartegenover staat dan wel dat er bijna geen sanitaire voorzieningen zijn. Dikwijls zijn maar twee toiletten en twee lavabo's voor het hele terrein, is er geen plaats om je afwas te doen, geen plaats om je kleren te wassen. Toen ik ging vragen waar de douches waren kreeg ik als antwoord: 'Sir, this is a campground, not a hotel', waarmee de kous af was. Van een koude douche gesproken...

Klimmen op Daff Dome - Foto © Arne Monstrey
Klimmen op Daff Dome - Foto © Arne Monstrey

De volgende dag reden we door King's Canyon, waar we onze eerste zwarte beren zagen. Deze beren zijn trouwens de reden dat er hier op elke parking zware metalen lockers beschikbaar zijn. Je wordt verondersteld dat alles wat eten is of naar eten ruikt, uit je auto te halen en die in de lockers te plaatsen. Zelfs kinderstoeltjes moeten eruit! Overal hangen dan ook foto's van auto's waarvan de deuren zijn open geplooid door deze kleine reuzen. Slik. Wilden wij hier echt in de natuur gaan klimmen en wandelen? Gelukkig moesten we er nog even niet aan denken en diende ons laatst Nationaal Park zich aan: Death Valley! Het was  bijna avond toen we vanuit de Bergen de lager gelegen vallei inreden. Er waren nergens andere auto's of mensen te zien. Alleen de ondergaande zon, de natuurpracht en Paul Kalkbrenner die door de boxen stampte. Een luide 'Yeaha' ontsnapte uit mijn keel toen ik half uit de auto hangend (ik was gelukkig niet zelf aan het rijden) de vallei inreed! Ook hier konden we weer gratis overnachten op een state campground, waar gelukkig nog net één plekje vrij was. 's Avonds sliepen we enkel in de binnentent terwijl zich boven ons langzaam de melkweg ontvouwde.

Op weg naar onze eerste klimhalte, stopten we ook nog even in Inyo National Park. Hier hoog in de Bergen staan de 'Bristlecone Pines'. Bomen van 4.700 jaar oud! Je moet je dat eens proberen in te beelden hoe lang die hier al staan?! Iets aanraken dat al zo lang leeft, voelt heel speciaal. Naast de Redwoods ('s werelds hoogste bomen) en de Sequoia's ('s werelds grootste bomen) zagen we nu ook 's werelds oudste bomen. California truly has it all!

Yosemite

Na deze drukke maar mooie week rondreizen reden we eindelijk richting de bergen. We waren hier uiteindelijk toch vooral gekomen om te klimmen! We wilden ‘opwarmen’ in Tuolomne Meadows. Een iets minder druk bezocht gebied dat nog iets hoger ligt dan Yosemite. 

We starten op de Lembert Dome met de route 'Crying Time Again'. Het moeilijkheidsniveau van deze route lag op 5.10a, wat ongeveer overeenkomt met een 5c+ bij ons. Helaas stond er in de topo ook de letter R bij, wat staat voor runout... wat zoveel betekent dat er veel klimmeters zijn tussen de verschillende tussenzekeringen. Nu dachten wij dat we dit klimniveau wel beheersten en dat we hier en daar wel iets extra gingen kunnen steken, maar dat bleek alvast in de eerste touwlengte helemaal niet het geval. Wat ons het respect én een gratis maaltijd opleverde van enkele Braziliaanse klimmers die hier al even waren en ons bezig hadden gezien. Zoals steeds gaat klimmen niet enkel over fysieke kracht maar zeer vaak ook over mentale sterkte en weerbaarheid. Wat een prachtige sport toch. En wat een prachtig excuus om deze sport te mogen gebruiken om overal op de wereld prachtige locaties op te zoeken.

Half Dome - zich in noordwand - Foto © Arne Monstrey
Half Dome - zich in noordwand - Foto © Arne Monstrey

Zo beklommen we de dag nadien de zuidoostwand van Cathedral Peak. Een mooie solitaire rotstop waarvoor we anderhalf uur moesten aanlopen doorheen de prachtige Sierra's. Doorheen deze wand loopt een makkelijke route van iets meer dan 200 meter hoog die de vierde graad niet overschrijdt. Je moet ze wel zo goed als volledig zelf afzekeren, maar dat kan perfect. Als beloning op de top wacht je een schitterend uitzicht op het omringende landschap én een dessertje, want niet veel verder staat immers Eichorn's Pinnacle. Vanaf de col tussen Cathedral Peak en deze rotstop is het enkele tientallen meters traversen op gemakkelijk terrein om dan nog een kleine dertig meter eenvoudig tot de top te klimmen. Eenvoudig van klimniveau, maar luchtig, o zo luchtig! Je traverseert immers in een andere route die 200 meter lager onder je begonnen is. Lucht, lucht, lucht om dan toe te komen op een top die een kleine tafel groot is. Helaas vergaten we ons fototoestel aan onze rugzakken die nog op de col lagen. Gelukkig was daar een andere klimmer die dat doorhad en een geweldige topfoto van ons nam. Wat een geweldige locatie! Weeral werd bewezen dat klimmen helemaal niet moeilijk hoeft te zijn om mooi te zijn. Nadien volgde nog eens twee uur wandelen doorheen dit prachtige landschap. Leve de Sierra's!

In Tuolomne sloten we af met de route 'Blown Away' op Daff Dome. Een vijfdegraads klimroute van zo'n 200 meter hoog. Hier en daar moesten we in de barsten extra zekeringen plaatsen, maar de stukken dalklimmen waren redelijk goed behaakt. We voelden ons duidelijk op ons gemak en waren klaar voor het volgende deel van onze reis. Op naar de Yosemite vallei! Niet zomaar, maar wel te voet. Je kunt er van hier in twee dagen naartoe wandelen via een deel van het John Muir Trail dat op zich dan weer een deel is van het Pacific Crest Trail. Hiervoor moet je wel ter plekke een vergunning aanvragen (een zogeheten Wilderness Permit - heerlijke naam) en een Bear Canister huren. Dit is een zeer onhandig in je rugzak te proppen plastic ton waarin je 's nachts alles wat naar eten ruikt dient in te steken en die dan ver weg van je tent te leggen. Dit is berenland, weet je wel...

Zicht op Cathedral Peak en Eichorn's Pinacle - Foto © Arne Monstrey
Zicht op Cathedral Peak en Eichorn's Pinacle - Foto © Arne Monstrey

Tot aan Cathedral Lakes kwamen we nog mensen tegen, wat een bekend picknickplaatsje bleek te zijn. Dat deden wij dan ook maar. Daarna werd het rustiger en zagen we niemand meer tot de volgende dag. Bossen, prairies, granieten Bergen overal om ons heen... gewoon schitterend. Wat een mooie manier om deze twee valleien met elkaar te verbinden. Om nog Onze bivakplek was onbeschrijflijk mooi! Aan de ene kant hadden we uitzicht op een donker en mooi groen, heel oud bos en aan de andere kant bergen en rotsen. Een zee van graniet. We konden zelfs de Half Dome zien liggen. En dat alles in het licht van de ondergaande zon. Terwijl Sara aan onze avondmaaltijd begon, begaf ik mij doorheen het struikgewas op weg naar een stroompje om water te gaan halen. Maar wacht eens, juist, beren! Ik zag er geen, maar toch wilde ik er niet eentje verrassen en zodoende stapte ik als een vrolijke gek luid zingend doorheen de struiken. Terug aan onze tent gekomen, besefte ik plots dat onze avondmaaltijd bestond uit twee moten verse zalm... Zucht, is dat niet iets wat beren heel graag lusten? Konden we daar nu echt niet beter over nagedacht hebben? 

En toen was het donker. We wasten onze naar vis geurende kookpotten zo goed als mogelijk proper en verstopten die samen met onze bear-canister 100 meter verder onder een omgevallen boomstam, en plaatsten er voor alle zekerheid nog wat stenen bovenop. Als ik hier vannacht potten hoor kletteren... Ruiken wij trouwens zelf ook niet naar eten? Zijn wij geen eten? Die tube tandpasta in de voortent, moest die ook niet in de bear-canister? En wat doen die koekjespapiertjes hier nog in mijn jaszak? Zucht... Ik kan stelle,: ’goed hebben we niet geslapen, maar gelukkig zijn die nacht ook geen beren op bezoek geweest. Het uitzicht deed de volgende ochtend alle spanning verdwijnen.

De top van de Eichorn's Pinacle
De top van de Eichorn's Pinacle - Foto © Arne Monstrey

Er was ons gezegd dat je de campings in Yosemite maanden op voorhand diende te reserveren. Daar zijn wij meestal niet zo goed in en dus kwamen we toe in een overbevolkte vallei. Als wandelaars met een Wilderness Permit, mochten we ons 1 dag op de Backpackers Camping zetten en moesten we dus redelijk snel op zoek naar een legale kampeerplaats. Zoals al gezegd geeft elke camping hier zeer veel ruimte aan zijn gebruikers. Wij hadden het gevoel dat er meer dan plaats genoeg was in deze vallei, maar dat was dan zonder de uitbaters gerekend. Gelukkig wisten wij ondertussen al dat er per plek zes mensen mochten staan. En dus gingen we op zoek naar andere jonge mensen die er niks mee inzaten om hun plek met ons te delen. Goed voor ons en goedkoper voor hen. Een gouden tip dus voor iedereen die daar ooit nog eens onverwachts toekomt en wilt blijven overnachten!

Na een rustdag waren we klaar voor de échte beklimming waarvoor we eigenlijk naar hier waren gekomen: de beklimming van de Half Dome. De iconische berg die ook symbool staat voor het logo van the North Face. We gingen niet langs de veel moeilijkere NW-wand, maar wilden ook niet langs de toeristenroute omhoog lopen (daar moesten we trouwens opnieuw een vergunning voor aanvragen). 

We hadden gekozen voor de route met de naam 'Snake Dike'. Deze bedraagt zo'n 250 hoogtemeters in een niveau dat de 4c niet overstijgt. Moeilijk is die dus niet, maar ze is zeer ‘runout’ (remember?)... Er zijn plaatsen waar je 30 meter vrij klimt zonder iets van een haak of een zekeringsmogelijkheid te vinden. Het is niet heel moeilijk klimmen,  maar je mag toch absoluut niet vallen. 

We hadden onze route zo getimed dat we pas tegen de middag aan de aanloop waren begonnen, om rond 16 uur te kunnen beginnen klimmen. Beetje laat misschien, wetende dat de zon rond 19 uur onder gaat, maar we wilden stiekem op de top bivakkeren en dat mag niet. We wilden dan ook zo weinig mogelijk de aandacht trekken met onze klimrugzakken waar een slaapmatje aan hing te bengelen... Onze rugzakken hielpen ook niet echt in de runouts, maar we wisten dat er ons op de top een beloning wachtte. 

Waterval in Yosemite Park - Foto © Arne Monstrey

Het laatste half uur klauteren, tot het eigenlijk topplateau, verliep in het licht van de ondergaande zon die El Capitan, die andere iconische berg, goud kleurde. En plots konden we niet hoger! Helemaal alleen, met zijn tweetjes op de top van de Half Dome, met boven ons de sterrenhemel die zich langzaam ontplooide met rondom ons enkel bergen en bossen, zover als het oog reikte. Dit was één van de meest speciale en mooie bivakplekken uit mijn leven.

's Ochtends moesten we echter vroeg op. Zoals reeds gezegd was wildkamperen hier hoogst illegaal en mocht je als wandelaar alleen deze top beklimmen mits een speciale vergunning. Er zou beneden namelijk een ranger staan om dit te controleren en wij wilden al weg van deze berg zijn vooraleer hij ons zou opmerken. Maar niet zonder eerst nog een blik te werpen in die waanzinnige noordwand. We durfden niet aan de rand gaan staan en dus kropen we er op onze handen en knieën naar toe. Het was duizelingwekkend hoog en steil, op het randje van misselijkmakend zelfs. 

Tijdens het afdalen over de aangelegde trappen op het wandelpad passeerden we enkele mensen die hoogst ontgoocheld waren dat zij, ondanks hun vroege uur van opstaan, niet als eerste op de Half Dome stonden… ze snapten er niets van. We maakten ons zo snel uit de voeten. Het was immers overduidelijk dat wij gebivakkeerd hadden. Gelukkig hingen onze matjes aan de achterkant van onze rugzak en vielen ze dus ook niet op toen er ons niet veel later een zwetende ranger passeerde die in ijltempo naar zijn wachtpost aan het stappen was. Hij had zich waarschijnlijk overslapen en zo zijn wij stiekem in onze missie geslaagd zonder betrapt te worden. Het Leven is aan de durvers.

De volgende dagen klommen we nog een vijfdegraads klimroute op Goodrich Pinnacle en de klassieker 'Nutcracker' (4c) op de Manure Pile Butress. Allebei weer niet heel moeilijk, maar zoals bijna alle routes hier, best mentaal zwaar omdat deze grotendeels zelf afgezekerd moeten worden. 

Het moge duidelijk zijn dat Yosemite niet enkel voorbehouden is aan de Bigwall klimmers. Ook voor een gemiddelde klimmer die bijvoorbeeld vlot 6a klimt, valt hier meer dan genoeg te doen. Het enige wat je nodig hebt is een gezonde dosis zelfvertrouwen én zelfkennis. En goesting, vooral veel goesting om deze prachtige bergen te verkennen. Ze noemen Californië the Golden State, wel, voor ons was het een Golden Holiday!

Arne en Sara op half Dome - Foto © Arne Monstrey
Arne en Sara op half Dome - Foto © Arne Monstrey

- Tekst en foto's Arne Monstrey

Meer bergsport-nieuws lezen? Vind de volledige vierde editie van Monte online