Over the top

2022
3
Yannick Vandermeren Kebnekaise Zweden

Over the top                                                    

Zes maanden lang al liftend de hoogste landpunten van Europa bereiken, daar moet je een beetje gek voor zijn. En toch is dat de uitdaging die avonturiers Andreas, Bertrand en Yannick zichzelf gesteld hadden.

Deze week heb ik hun boek ’Over the top’ voor de tweede keer met geestdrift gelezen. Straks mag ik die drie vrienden die samen op de journalistenschool zaten interviewen. Ik moet hen dadelijk bekennen dat ik nooit een objectief verslag kan schrijven over hun exploot. Daarvoor zijn er, ondanks het feit dat ze mijn zonen kunnen zijn, te veel raakpunten. Om er maar enkele te noemen: liften, bergen, talen, schrijven. Feiten moeten juist zijn, maar hun emoties, het doorzetten, kou, frustratie of geluk dat kan je niet objectief vastleggen.

Bertrand: Dat geeft niet man. Dan maak je er maar een humaninterestverhaal van.

Monte: Hoe kwamen jullie op het idee?

Andreas: Al jarenlang ben ik vrijwilliger bij AFS, ik woonde al in vier verschillende landen. Na enige tijd had ik al heel wat landen van Europa aangedaan. En we gingen regelmatig in familieverband naar de bergen. Ik heb zelfs familie in Zwitserland wonen.

Bertrand: De aanzet tot liften kwam van mijn scoutsgroep uit Gent. Veel kilometers door ons continent, telkens per duim. Op een avond, tussen pot en pint, legden Andreas en ik onze landenpuzzel samen. Moesten we nu eens alle landen van Europa bezoeken en zo beter de gelijkenissen en verschillen tussen de mensen leren kennen. Misschien kunnen we daar ook wel telkens hetzelfde ritueel uitvoeren: de hoofdstad bezoeken, een audiëntie bij het staatshoofd vragen, het oudste café opzoeken… Laat maar komen de gedachten.

Andreas: We waren er snel uit. Al liftend alle landen van Europa aandoen en telkens het hoogste punt bereiken/beklimmen. We hebben daar niet lang over nagedacht; hadden we dat gedaan, dan waren we misschien nooit vertrokken.

 

Yannick Vandermeren

 

Monte: Jullie zijn toch met drie?

Yannick: We hebben samen journalistiek gestudeerd. Andreas en Bertrand vroegen mij of ik mee wilde gaan om foto’s te maken en een blog bij te houden. Het duurde niet lang of ik ging mee als gewone deelnemer… met z’n drieën… dan ben je nooit lang alleen.

Monte: Hoe reageerde jullie naaste omgeving op dat plan?

Andreas: Bij mij thuis verschieten ze van niks. Ik hop van het ene levensavontuur in het andere, dus.

Bertrand: Dat was ook geen probleem. We waren jong (26). Hadden nog geen zware engagementen aangegaan. De tijd was er rijp voor.

Yannick: Ik kan me niet herinneren dat ik het echt gevraagd heb aan mijn vriendin. Het stond vast. We zouden dat doen en ik ging mee… zes maanden.

Andreas; Ah ja. We hadden het boekje Europe’s High Points in handen gekregen. Daarin beschrijven de auteurs relatief gedetailleerd de route naar elk hoogste punt van de verschillende Europese landen en ik ontdekte bij toeval dat wat we van plan waren een erkend Guinness World Record was. Onze voorgangers hadden twee en een halfjaar nodig om alle 44 hoogtes aan te doen. Frankrijk en Italië delen hun hoogste top evenals Albanië en Macedonië.[1]  Dat record moest te verbeteren zijn. Wij opteerden voor zes maanden en zouden zien waar we uitkwamen.

Bertrand: Onze voorbereiding kostte ons ongeveer anderhalf jaar. Lange lijsten met materiaal, de route voorbereiden, slaapplekken zoeken voor onderweg…

Yannick: Onze recordpoging zou aanvankelijk in IJsland starten. Maar de klimaatopwarming is eind juni 2016 onze eerste spelbreker. Geen Hvannadalshnúkur

(2109,6m). Het ijs is in sneltempo gaan smelten en het klimseizoen is drastisch ingekort. Zo wordt de IJslandse berg ook meteen de eerste die we toevoegen aan het lijstje ‘Bergen 2017’.

Andreas: Op 2 juli 2016  om halfzes ’s avonds begint de tijd van onze recordpoging te lopen. Op naar de Møllehøj, met zijn 171 meter hoogte het meest verheven punt van Denemarken.

Vanaf dit moment in het interview is ons drietal helemaal los. Om beurt voegen ze details toe, laten ze in hun ziel kijken, staan ze stil bij hevige emoties of lastige vragen.

Monte: Hoe was de onderlinge verstandhouding?

Ik heb blijkbaar de olifant in de kamer aangeraakt want ze zijn alle drie even stil.

Andreas: Ik lag soms wel in de clinch met Yannick.

Yannick: Daar was af en toe wel een rechtstreekse aanleiding voor, zoals die keer dat het noodzakelijke logboek voor de erkenning van ons record definitief zoek was. Jij raakte regelmatig iets kwijt. Ik kon me daar mateloos over ergeren. Toegegeven, soms was ik boos zonder echte reden; dat kwam dan door de uitputting, het tekort aan slaap of teveel kou lijden.

Andreas: Al bij al was er een zeer grote synergie, zo niet waren we geen vrienden gebleven. Zes handen op een buik… tenzij het even anders was.

Monte: Veel van die toppen die jullie bereikten zijn voor een gewone stervelingen ook op hun pantoffels te bereiken. De Grossglockner, de Mont Blanc of de Elbroes, dat is toch andere koek. Hadden jullie voldoende alpine kennis om ook hier te slagen?

Bertrand: We volgden een doorgedreven, maar zeer korte opleiding in alpine technieken in Chamonix. UIMLA Mountain Leader Glenn Gekiere bracht ons in een recordtempo de nodige skills bij. Hij besefte maar al te goed dat drie dagen echt niet voldoende was om ons met een heel gerust hart op pad te sturen, maar we hadden niet meer tijd. Glenn rekende erop dat we ongelooflijke doorzetters waren die toch altijd oog hadden voor veiligheid en gaf ons na die drie opleidingsdagen groen licht.

Monte: Jullie eerste alpine berg was de Grossglocker, met zijn 3798 m toch geen zondagswandeling.

Andreas: Toegegeven, hadden we onder begeleiding de Grossglocker kunnen beklimmen alvorens het zelfstandig te doen, dan hadden we een nog serieuzere voorbereiding gehad. Nu was Oostenrijks hoogste ons echte examen. We hebben uit die zelfstandige beklimming veel zelfvertrouwen geput, die ons op de Elbroes echt veel geholpen heeft.

Hebben jullie ooit aan opgeven gedacht?

Yannick: Na ongeveer een maand had ik een dipje. Ik twijfelde soms aan de haalbaarheid van ons project. Maar dat kwam vooral door vermoeidheid, door nog niet genoeg gerodeerd te zijn in het liften. Maar opgeven… waarom hadden we dan al die moeite gedaan om ons voor te bereiden? De training, het opzoekingswerk van slaapplaatsen, zoveel mensen die ons gesteund hadden in de kou laten staan. Neen, ik slikte dat idee snel door. We waren vertrokken, we zouden doorgaan.

Waar zouden jullie zo weer naartoe willen?

Andreas: Laat ons de vraag omdraaien. Waar zouden we echt nooit meer naartoe gaan? De Elbroes. Niet voor de berg zelf. Daar hebben we moeten knokken om bovenop te raken, veel kou geleden ook. Maar lager op de berg, dat is gewoon de hel. Een stort. Overal ligt plastic en ander afval. Het stinkt er uren in de wind. Drinkwater vinden is een kunst. Zo een smerige plek heb ik nog nooit in mijn leven gezien.

Bertrand: Maar naar de Balkan willen we zeker nog terug. Ondanks het taalprobleem; ondanks de vele spanningen die nog in dat gebied hangen. Kosovo is mijn lievelingsplek.

 

Elbrus Rusland

 

Monte: 46 landen, evenveel en nog meer talen. Hoe pakten jullie dat aan?

Bertrand: We spreken samen een tiental talen. Andreas kan wat Russisch en Turks en goed Spaans. We kennen wat Portugees en Italiaans en ik brabbel twee woorden Zweeds. En natuurlijk de talen van onze buurlanden.

Yannick: De schoonste momenten waren nog die waarbij we met handen en voeten onze bedoelingen moesten uitleggen. Of die keer dat we met een dove jongen spraken in Moldavië. We verstonden mekaar perfect, ook al kon hij geen woord zeggen. En natuurlijk leerden we via Google Translate in elke taal heel snel om te vragen ‘of we alsjeblieft mee mochten rijden’.

Andreas: de moderne hulpmiddelen hebben ons natuurlijk ook ferm geholpen: maps.google.com, www.mountain-forecast.com, www.summitpost.org, adressen van couchsurfers vinden…

Monte: Jullie mengen af en toe een portie geschiedenis in jullie verhalen.

Bertrand: Dat mocht niet ontbreken. Ons avontuur had ook de bedoeling om de Europese volkeren beter te leren kennen en op die manier ook een verbinding te maken tussen al die kleuren en geuren.

Andreas: Wat me opviel was dat het vluchtelingenkamp in het dorpje Eidomeni aan de Griekse grens blijkbaar helemaal van de kaart geveegd was. Ik herinnerde me nog heel goed de beelden van de om en bij de vijftienduizend ontheemde mensen die daar moesten samenhokken. Nu is het kamp weg. Doodgezwegen.

Monte: Beseffen jullie dat jullie met die intense trip een aanslag op jullie lijven pleegden?

Yannick: Maar al te goed. We zijn nooit echt ziek geweest. Maar mijn knieën zijn kapot.

 

Yannick Vandermeren

 

Monte: Wat zijn jullie verdere plannen?

Bertrand: Nog reizen natuurlijk, met of zonder duim. Of met de fiets. Sinds Over The Top ben ik iedere zomer in de bergen te vinden, maar zonder die immense druk om telkens de top te halen. Klimmen is nu uitsluitend nog een plezier.

Andreas: En ons boek verkopen. ‘Over the top’ kwam uit bij het begin van de coronacrisis. Weg boekvoorstellingen. Weg lezingen. Ons boek werd goed onthaald door mensen met diverse achtergronden: reizigers, lifters, klimmers, de man in de straat… maar er is nog veel potentieel. Mensen kunnen ons contacteren op andreas.heyerick@gmail.com.

Monte: Toffe lefgozers, geniet verder van jullie leven.

Klopt, maar doet weinig ter zake in dat blokje.

 

- Tekst Ignace Bral / Foto’s Yannick Vandermeren